19.7.06

That's my Way!

In de 50- er jaren begonnen jongeren zich af te zetten tegen de traditie: geen sunjigs pekske mieër, géén colberts en overhemden met stropdas, maar T-shirts. Door de spijkerbroek kwam er een minder verschil in de kleding tussen jongens en meisjes. De ouders van de jeugd in de 50-er jaren waren groot geworden in de crisistijd met veel armoede en hard werken. De jongeren zochten een ander leven. Amerika was hét voorbeeld. De jeans, leren jacks en T-shirts kwamen. Zij gingen strakke broeken dragen en luisterden naar "negermuziek". De ouderen protesteerden tegen dit gedrag. ’n Deel van de jeugd ging zwart dragen. Zwart de kleur van de onverschilligheid en van 'n onzekere toekomst,'n toekomst met de atoombom. Dan kun je er maar het beste van maken en nu leven.. Wat heb je aan diploma's en carriere. In kroegen zitten en langs straten slenteren geeft tenminste nog wat lol. Deze manier van leven was totaal verschillend van die van de volwassenen. Veel ouders vroegen zich af: Waar hebben we dit aan te danken, hebben we wat verkeerd gedaan?
Mijn vader en moeder waren in deze periode van mijn leven druk bezig. Veel tijd voor mij bleef er niet over en dat vond ik niet erg. Ik bleef daardoor verschoond van goed gemeende adviezen, hoe ik mijn leven zou moeten inrichten. Ik had veel vrijheid naast de vanzelfsprekende hulp in huis en in de stomerij. Ik kon mijn vrije tijd zelf invullen. Ze zeurden me niet aan mijn hoofd over huiswerk, te laat thuiskomen enz. Daar ben ik van verschoond en daar ben ik ze nog dankbaar voor. Ik heb me grotendeels zelf opgevoed. De belangrijkste keuzes heb ik alleen gemaakt. Kleding speelde 'n belangrijke rol. Ik kan me de danscursus nog herinneren. Ik verscheen daar als nozem, 'n zwarte kachelpijpenbroek, zwarte spitse schoenen, zwart t-shirt en om mijn hals 'n dikke witte wollen das, die 2 tot 3 keer om de hals was gedraaid. Tijdens t dansen had ik 'n pijp in de mond. Niet om te roken. Het was ook 'n onderdeel van miin outfit. Goed bedoelde opmerkingen van de dansleraar wuifde ik minachtend weg; ik doe toch wat ik wil. Mijn slaapkamer was voor mij en de inrichting was bizar. Onze generatie was niet alleen zwart in de kleding, maar ook vaak zwart in de kop. De wereld was rot. Wat voor toekomst had je! De atoombom op Hiroshima had ik in de bioscoop meegemaakt. En dat was maar 'n baby. De Amerikanen en Russen namen proeven met betere bommen, die 1000 keer krachtiger waren dan die in Japan. En in zo'n tijd moest je aan je toekomst werken. Veel jongeren zeiden: Je zoekt 't maar uit, ik niet! Mijn slaapkamer was 'n neerslag van dat denken. Ik hield van bij film noir-films. Ik herinner me 'n film over 'n gewoon Frans gezin dat een ritje met de auto gaat maken. Ze komen in 'n file terecht en dan gaat alles verkeerd. De file wordt 'n horror. Uiteindelijk blijft alleen autokerkhof waarin tussen honderden lijken, verdwaasde kinderen lopen te zoeken naar voedsel.
Het leven was niet alleen "noir". Muziek, tekenen en schilderen zorgden voor de nodige afwisseling. Ik was als nozem met 'n hoondervot ( bepaald kapsel) lid van 't kerkkoor en het gemengd zangkoor Crescendo. Op mijn gitaar speelde ik Rock 'n Roll. Op mijn slaapkamer stond 'n harmonium. Je moest er lucht in trappen. Alle klankkleuren waren kerks, maar de blues deed 't goed op dat instrument. Ik stortte me verder op schilderen, tekenen, boetseren. Mijn moeder was in die tijd vaak kussenslopen kwijt. Ik gebruikte ze als schilderslinnen. Als ik me niet vergis staat er bij Yvonne nog 'n schilderij op zolder genaamd: She thought she was blind, but she wasn't! 't Was 'n fantastische tijd. Ik werd volwassen. Het ging met vallen en opstaan, maar 't is gelukt
In de vijftiger jaren heb ik ook gekozen voor de kweekschool. Waarom weet ik echt niet. Ik vermoed dat de muziek en de expressievakken de doorslag hebben gegeven. Onderwijzer worden wilde ik toen zeker niet. En toch ben ik 44 jaar meester geweest, tot aan mijn pensioen. Zou ik dat weer doen? Ik ken 't antwoord!!

18.7.06

Kerst 1950, 'n 9-jarige vertelt.


.24 December! 't Vriest en er valt wat lichte sneeuw. De klok in onze kamer vermeldt 11 uur. Buiten is 't stikkedonker. Meester van Acht, de dirigent van 't kinderkoor, heeft ons zangertjes dringend verzocht om niet later dan half twaalf in de kerk aanwezig te zijn. Ik trek nog 'n extra dikke trui aan en stap door de voordeur naar buiten. Wat is 't donker! Aan de laatste electriteitspaal van Heytse hangt één miezerig lampje wat licht te verspreiden. 't Is niet krachtig genoeg om de tekst op 't bord "de Stomerij de Adelaar" 'n beetje leesbaar te maken. De weg naar Roggel is bedekt met sneeuw en op die weg heb ik de "kantonneers" zand en sintels horen strooien.
Pap en Mam blijven thuis. Pap heeft nog veel werk met 'n rouw. In Beringen is 'n boerin gestorven en de man van haar heeft vanmorgen zakken vol kleren naar de Adelaar gebracht. Pap had toen al geconstateerd dat de meeste jassen en mantelpakjes van katoen en wol waren, maar de laatste tijd kwam er steeds meer kunststof in de kleren en dat spul verfde zich heel slecht. Mam zou graag meegaan naar de kerk, maar Gerrie is pas 5 jaar en Gerard 2.
Dus loop ik alleen over de Roggelseweg naar 't dorp. In de sneeuw zijn de afdrukken van 'n paar auto's te zien. Bij Elshof staat de volgende straatlamp. Op die boerderij wonen enkele jongens van mijn leeftijd, Sef en Sjier. Sjier komt van Gerard en als je dat op z'n Frans uitspreekt, zeg je Sjieraar. Ik vervolg mijn weg, langs garage Janssen en bakker Meeuwis. Buiten ruik ik 't dorp. Iedereen stookt met kolen. Uit de schoorstenen komt 'n dikke zwarte rook. De straat hangt vol kolendamp. Lekker, echt Kerstmis. Toch voel ik me wat misselijk, maar dat komt omdat ik nuchter moet blijven voor de communie. Ik barst van de honger.
.
.De grote deur van de Nicolaaskerk staat wijd open. Ik moet naar 't oksaal. Vlakbij de ingang ga ik via 'n enge, echt enge, wenteltrap naar boven. M'n benen trillen, niet vanwege de enge trap! Organist Harrie Alofs geeft flink gas. Harrie is 'n echte artiest, net 'n Fransman, met lange onverzorgde haren. Buiten draagt hij altijd 'n alpinopetje. Nu bedient hij 't orgel. Daar zitten allerlei knoppen aan. Registers. Nu gebruikt hij de zware registers, de vloer van 't oksaal trilt ervan. Zelfs m'n stem trilt mee. Je bent mooi op tijd, zegt meester van Acht. Hij heeft en rond fluitje in zijn rechterhand. Op dat dingetje staan letters: A, B, C ... Wat heeft van Acht dunne bleke vingers. Ik mag 'n tijdje aan de rand van 't oksaal gaan staan. Beneden loopt de kerk langzaam vol. ik voel me hierboven 'n hele piet.
De mis begint. 't Kerkkoor begint met 'n heel moeilijk lied. Ze zingen door elkaar en toch klinkt 't mooi, meerstemmig heet dat! Wij kinderen moeten onze mond houden, straks komen wij aan de beurt.
Beneden in de kerk komt Jezus binnen. Deken Geurts draagt hem naar de stal. De parochianen steken kaarsjes aan. 't Wordt 'n deftige mis. 't Kinderkoor, allemaal jongens, zingt Nederlandse liedjes. Meester van Acht heeft de zangertjes op school uitgezocht en ik ben er nu bij. De mis duurt wel erg lang. Eigenlijk zijn 't 3 missen. Af en toe valt er iemand flauw. Goed te begrijpen, zegt Piet van Henriette. Deken Geurts zingt aan 't eind 'n heel deftig Ita Missa est! Ie-ie- ie-ei-ie, ta-ta-ta , mi-mi .... Hij krijgt er geen goed eind aan!


Een oude man van 64 jaar, woonachtig in Weert, Twijnderstraat 18c kijkt tevreden naar de foto van zijn ouderlijk huis. Zo was 't toen, zelfs de electriciteitspaal staat erop. Hij is tevreden over z'n verhaal. Zo was 't toen! Was 't echt zo? Lieten ze hem alleen naar de kerk lopen? Kwamen Sef en Sjier niet later op "Aelshoaf" wonen? Maar de rest klopt!! 't Was 'n mooie dag. Zijn kleinkinderen zouden 't 'n leuke dag noemen. De pakjesavond vonden ze ook leuk. Hennie vond gisteravond het goede woord: Gezellig!!

The roaring 50's!


mijn favoriete zanger

mijn favoriete film.

Seeburg.
Jukeboxen waren in de jaren 50 schitterende apparaten.
Niet alleen door de geluidskwaliteit,
maar ook door de fantastische vormgeving.
De electrische gitaar
doet zijn intrede.
De eerste cafetaria's verschijnen in de dorpen.
In Heytse was dat Bruisten
.
Thuis goed gewerkt,
beloning sigaretten!

Biljarten in zaal Swinkels.

Hier leerde ik Hennie kennen.

Een krakend ding!


Riny vertelde mij in een brief van 27 april 2006, dat ze als Plechtig Communicantje nylons mocht dragen en die moesten opgehouden worden door jarretels. Ik dus op zoek naar een afbeelding van die dingen. Riny had ze als onplezierig ervaren, maar Google bracht me terug naar de Pin-up Girls. Ze hingen in kasten (aan de binnenkant). Dit fenomeen is ontstaan in de 2de wereldoorlog. De Amerikaanse jongens keken graag, als ze hun kast open deden, naar iets prettigs. De oorlog was niks als ellende. Dus voor deze mannen had de jarretel een heel andere betekenis. Ze dachten niet aan het ongemak van het dragen. Het gaf hun plezierige herinneringen. Daarom besluit ik om hier enkele 'nette' pin-up girls uit de 50-jaren te plaatsen. In die tijd waren deze afbeeldingen een schande. Je vond ze in tijdschriften als -De Lach- en -Piccolo. In Roermond op de Staasie kon je die kopen.



Bijna vijftig jaar lang konden de Nederlandse mannen bij de kapper De Lach lezen. Het eerste nummer verscheen in 1924. Tijdens de oorlog kreeg De Lach een verschijningsverbod. De formule van het blad zou tot in de jaren zestig grotendeels ongewijzigd blijven.Populair was de rubriek Lachfilmpjes met moppen en cartoons. Verder foto's van schaars geklede vrouwen, met name filmsterren en starlets. Er stonden ook verhalen in, maar de gemiddelde lezer was toch vooral ge-interesseerd in de foto's. Het laatste nummer verscheen op 7 april.

Ein nuupke nit naahe!


Tegenover ons huis op de Dorpstraat woonde Cillekens. Sjra Cillekens was kolenboer. Hij sjouwde de zware kolenzakken door ons huis naar de kelder. Soms had hij hulp van zijn jongere broer Jan. Dat was een boom van een vent. Hij zag er echter niet normaal uit. Ik had mamma wel eens gevraagd, wat er loos was met de mond van Jan. Hij heeft een hazenlip, zei Mam. Ik had weleens een haas gezien en het klopte, zo'n lip had die Jan ook. Ik kon hem maar moeilijk verstaan. Dat komt door die hazenlip, legde mam uit.
Het volgende verhaal deed in Heytse de ronde. Jan moest voor zijn moeder naar Hendriks. Die had een stoffenwinkel. In de winkel vroeg het winkelmeisje aan Jan wat hij moest hebben. Jan antwoordde: Ein nuupke nit naahe en ein nuupke nat naahe! Het meisje verstond hem niet en Jan herhaalde met luide stem: Ein nuupke nit naahe ein nuupke nat naahe!! Toen het meisje hem vertwijfeld aankeek, liep Jan naar de deur, draaide zich om en riep: Nek mit diene nommel!! Ze konden van hem verrekken met die knommele. Hij ging zonder kluuskes wit en zwart garen naar huis.

Radio luisteren, vooral Amerikaanse zenders.


De radio werkte op een batterij van een kilo of 2.Een gewone dag in de 50-er jaren : opstaan, gaslamp (kousje) aansteken, wassen aan de pomp, een boterham eten, met de fiets naar school (verzamelpunt de bioscoop in Heytse), weer naar huis, huiswerk maken, naar je vrienden, warm eten thuis, radio luisteren, kaarten met vader, moeder, broer en zus, naar bed.
De weekenden waren spannender: Kermissen aflopen, sigaretten roken, frites eten, biljarten, beugelen, bier drinken, te laat thuis komen, veel lachen samen met je vrienden, sterke verhalen vertellen. Deze tijd zou ik best nog wel een keer willen meemaken. En dan precies hetzelfde.

17.7.06

De leraren van de Lindanusschool in Roermond.

Gevonden op Internet.
De koppen worden langzaam weer bekende hoofden met verhalen en anekdotes. De foto dateert uit 1952. De Lindanus MULO was tot 1958 gevestigd op het Wilhelminaplein in het pand waar tot 1992 het Politiebureau was.
V.l.n.r. zittend: C. Smarius, J. Lamers, G. Roubroeks, Kapelaan Miedema en E. Neefs.Staande: W. Thijssen, H. Bors, H. van Cruchten, J. Segers, T. Jansen en T. Baks

Mijn eerste nieuwe fiets


Een kermisfoto uit 1956. Samen met Pietje Kuijpers wandel ik naar het andere kermisplein. Je kwam hier voorbij een leerlooierij en daar kon het machtig stinken. Pietje woonde bij Piet van Elshof in. Ik heb nu nog geen idee waarom. Hij kwam uit Zuid-Limburg. Hij is later missionaris geworden ergens in Afrika.
Ik heb hier mijn eerste nieuwe fiets aan de hand. Die had pap voor me gekocht bij 'n fietsenhandelaar in Roggel. Ergens tussen de Laak en Kirkelsberg lag die fietsenzaak. Ik vond dat maar 'n rare plaats om fietsen te verkopen. De fiets had handremmen,een versnelling en iets dat voor die tijd bijzonders was; een verstelbaar stuur. Deze fiets heb ik bijna 10 jaar gebruikt. Ik fietste er mee naar de kweekschool in Roermond, ging ermee vrieje in Nederweert. Tijdens mijn militaire diensttijd stond hij thuis op de Walk en in het weekend ging ik Hennie afhalen op het station in Weert. Ik heb hem ook nog een jaar gebruikt om naar Neer te fietsen. Nog iets bijzonders: Ik heb ieder jaar vanaf 1956 4 centimeter van het stuur afgezaagd, links 2 cm en rechts 2 cm. in 1963 zaten de handvatten tegen de vork en moest ik stoppen met afzagen. Korte stuurtjes waren toen mode. In 1965 kreeg ik mijn eerste brommer, 'n Berini. Dit is enige foto van mijn Berini.


Kan iemand me vertellen hoe die fietshandelaar heette? Roggel heeft al gereageerd. Dank je wel, Riny!

De fietsenhandelaar uit Roggel waar jij het over hebt moet Rijwielhandel Peeters zijn geweest met als bijnaam "Zwarte Naad", gelegen op het Roligt. Deze zaak is inmidddels verhuist naar de Kloosterstraat aldaar en wordt volgens mij gerund door een zoon of kleinzoon van Zwarte Naad.
Toevallig rijd ik op een fiets van Zwarte Naad, tweedehands gekocht in 1991. Het naamplaatje staat er achterop. Zo kom je nog eens ergens achter, nietwaar.

Kentekenplaat in de 50-jaren.

De kentekenplaten bestonden uit één letter met 'n aantal cijfers. De letter P staat voor Limburg. In de50-jaren had Limburg 'n getal van 5 cijfers. Deze plaat is van de 15795-ste Limburgse auto tussen 1950 en 1960. Druk was 't toen nog niet.

16.7.06

Waternoodsramp in 1953.

Zondagmorgen 2 februari 1956, 9 uur 's morgens. Pap en Mam zijn al beneden in de keuken. Het fornuis wordt met kolen gevuld. Er staan ijsbloemen op mijn slaapkamerraam en buiten waait het hard. Het is een gewone zondag en ik besluit met dit weer zo weinig mogelijk naar buiten te gaan. Als het niet te koud is, ga ik naar de parochie-bieb een leesboek lenen. Mam roept onder in de gang dat ik warme kleren moet aantrekken. Beneden aangekomen is mijn eerste gang altijd naar de radio. Hilversum maakt melding van een springvloed in het westen van het land. Al spoedig dringt het tot me door dat er iets ernstigs is gebeurd. Ik maak de eerste live-reportages (buiten voetbal) mee, schakelingen tussen Walcheren en Tholen, reportages uit Zierikzee en Bruinisse, zendamateurs in de regio, schippers op schepen. Verslagen luister ik naar de verhalen; mensen in de vrieskou op daken, een vrouw moet op een zolder bevallen, koeien die in het water drijven. Het dodenaantal stijgt met de minuut.

Ik realiseerde me gisteren, op 4 sept 2008, tijdens de bekendmaking van ’t tweede Deltaplan, dat ik toen pas 11 jaar was. Beelden van die ramp waren er niet, die zag je pas weken later in de bioscoop. Daar zag ik de werkelijke ramp. Ik had me als kind al ’n beeld van de ramp gemaakt. De radio vertelde dagenlang de verschrikkelijkste verhalen. Op YouTube vond ik gisteren het bioscoopjournaal van die ramp. Ik verwonder me nu ook dat ik als 11 jarige naar de bioscoop in Heitse mocht gaan.
.
.
Elke scene uit deze film herinner ik me. De polygoonstem met op de achtergrond klotsende golven en stormwind zal ik nooit vergeten. Aan 't eind van de film deed de commentator 'n oproep aan alle Nederlanders om de slachtoffers te helpen.
Onze "Ververie en Stoumerie" werd 'n opslagplaats van kleren. Dagenlang kwamen mensen uit Heitse, Roggel kleren brengen. Honderden kledingstukken lagen daar op 'n hoop. Samen met Pap en Mam sorteerden we die stapel op kinder-, mannen- en vrouwenkleding. Ik weet zelfs nog dat ik 'n dubbeltje vond in 'n mannenbroek. De gedachte om 't maar te voor mezelf te bewaren, zette ik direct weer uit mijn hoofd. Zoiets doe je niet! Ik stopte 't muntje in 'n jongensbroek van 'n jongen van mijn leeftijd en zag 't glunderende gezicht van dat jongetje al voor me!

.

In 1955 kwam de gitaar in m'n leven.

In 1949 in de 2de klas van de lagere school in Heytse heb ik bij meester van Acht interesse gekregen in de muziek. Iedere dag kregen we wel 2 keer zingen, volgens de Ward-methode. Ik leerde op 8 jarige leeftijd notenlezen, treffen en ritme. De goeie zangertjes mochten in het jongenskoortje. Met Kerstmis gingen we via een wenteltrap naar het oksaal. Daar stond een groot orgel. Je kon de hele kerk overzien. Fantastisch! Meester van Acht was ook dirigent bij de Harmonie. Hij haalde me over 'n instrument te leren bespelen. 't Werd de klarinet. Later ben ook nog bij de zangvereniging Crescendo gegaan en ook bij 't Kerkelijk zangkoor, onder leiding van Harrie Alofs. Ik kwam dus iedere week in de kerk, niet omdat ik van mijn ouders moest, maar vanwege 't Gregoriaans. Dat was pas muziek.
Ondertussen was ik ook nog liefhebber van Rock 'n Roll geworden. De klarinet was in die muziek uit den boze, dus kocht ik van mijn duur verdiende bessenplukgeld bij ome Sjra een gitaar. Bij de gitaar zat 'n enkel A4-tje met afbeeldingen met akkoorden. Met 3 van die akkoorden kon bijna alle muziek spelen. Mijn eerste 3 akkoorden waren D, A7 en G. Ik kreeg al snel de overgang van 't ene akkoord naar 't andere door. Na 'n paar uur oefenen, tot bloedens toe, speelde ik de akkoorden van Lonely Boy van Paul Anka.

I'm just a lonely boy
C ..........................C G C
Lonely and blue
C........................... A7 G A7
I'm all alone
A7 .......................A7 G A7
With nothin' to do
A7........................ C G C
Later kreeg ik een electrische gitaar. Deze heb ik tot begin 1990 bespeeld, ook in school. Ik leerde de kinderen mineur en majeur. De jongens vroegen aan mij: Meester, hoe voel je je vanmorgen? Speelde ik een Majeur-akkoord dan brak er gejuich uit, bij Mineur zag je de gezichten versomberen. Tijdens de leesles gebruikte ik de gitaar soms om 'n sfeer op te roepen. De tekst: "Jan stak de straat over" met 'n mineur-akkoord, klinkt heel anders dan diezelfde tekst met majeur. Ik 1991 of 1992 heb ik die gitaar aan 'n leerling gegeven.
.

15.7.06

Foto's Hennie.

1956: Hennie in de auto van haar vader.


Hennie in de tuin. Nederweert-Eind 1957


9.7.06

Fietsvakantie naar Monschau augustus 1958

Met de fiets via Zuid-Limburg naar Belgie. Dat was afzien op de heuvels. In Belgie ging het richting Verviers. Bezoek aan de markt. Mijn beurs gerold. Aangifte politie, nooit iets van gehoord. Van Verviers naar Monschau. Een slechte, lange, eenzame weg. Noodweer. Aanbellen bij een boerderij. Naar de zolder. Volgende dag Monschau. Fantastisch! Tent opzetten. Water uit een natuurlijk bronnetje. In telegramstijl, zoals 't ook in mijn hoofd zit, heb ik de reis beschreven.

8.7.06

Het slavenkoor van Verdi



Va', pensiero, sull'ali dorate.
Va', ti posa sui clivi, sui coll,
ove olezzano tepide e molli
l'aure dolci del suolo natal!
.
Del Giordano le rive saluta,
di Sionne le torri atterrate.
O mia Patria, sì bella e perduta!
O membranza sì cara e fatal!
.
Arpa d'or dei fatidici vati,
perché muta dal salice pendi?
Le memorie del petto riaccendi,
ci favella del tempo che fu!
.
O simile di Solima ai fati,
traggi un suono di crudo lamento;
o t'ispiri il Signore un concento
che ne infonda al patire virtù
che ne infonda al patire virtù
al patire virtù!
In 1959 was ik lid van het gemengde zangkoor Crescendo in Heythuysen. Onze dirigent was toen Harrie Alofs uit Roggel, een artistiek figuur. Onze vereniging deed mee aan de optocht in Heytse. We liepen als slaven door de straten, regelmatig werden we afgerammeld met nepgesels en zongen ondertussen bovenstaand lied uit de opera van Verdi. We kregen veel applaus; het slavenkoor was heel populair in die tijd.

Simpelveld 1959.

Jan Pisters uit Guttecoven, Har met het carnavals-shirt aan en Kroes uit Aruba. We zaten met onze kweekschool-klas in een jeugdherberg in Simpelveld.


Uitvergroten .... klik op de foto!
.

Ich gaon fieftig jaor trök en kom oet in 1959. Ich zoot oppe Kweeksjoeël in Remunj. Oos klas ging nao Simpeldj. Woerom det weit ich neet mieër. Wae ginge mitte fiets nao eine jeugdherberberg, det waas volges mich ein of anger kloeëster. Hiebaove vindj gae 'n groepsfoto! Ich haaj toen eine nogal opvallendje bloes aan. Dae haaj ich auch mit carnaval gedrage. Um uch 't zeuke gemekkelikker te make, hub ich 'n kruutske baove miene kop gezatte. Ich waas nozem en haaj 'n hoondervot, die hiej oppe foto neet te zeen is. 's Aoves haaje wae toet tieën oor vriej. Den ginge Sjak, Tjei, Janne en ich oos 'n glaas beer drinke. In 't kaffee haaje ze unne djoekboks. En op det dingk stjong 'n plaat die ich toeës al daag op Radio Luxemburg haaj beloesterdj. Nao fieftig jaor kwaam det leedje vanmurge biej mich op. One Night with You van Elvis Presley. Nog neet good wakker zeuk ich op You-Tube en jaowaal dao is 't!Sommige luuj hubbe meutje mit mien plat, ich auch mit 't sjrieve, gemekkelik is anges!

Is 'm dat? Jac Lambrichts!


Ik ben al jaren op zoek naar Jac Lambrichts. Hij zat samen met mij op de kweekschool in Roermond. Ik ben hem eind 60-jaren uit 't oog verloren. In Neer hoorde ik van iemand die bekend was in de geboorteplaats Guttecoven, dat Jac begin 1980 overleden was. Nu ik bezig ben met mijn verleden kwam deze Jac weer bij me op. Ik kan me nog herinneren dat hij prins Carnaval in Guttecoven is geweest. We zaten toen allebei nog op de Kweek. Dat moet in 1960 of 1961 zijn geweest. Met Google kan ik geen Jac Lambrichts opsporen. Wel de carnavalsvereniging van Guttecoven. Bij de prinsengalerij staat een Jac II en hij prins geweest in 1961. Het fotootje staat hierboven. Ik kan hem hierin niet herkennen. Ik weet wel dat "zien maedje" donker haar had. Om te weten te komen of hij het werkelijk is, heb ik 'n emailtje naar die carnavalsvereniging gestuurd. Ik hoop dat ik 'n berichtje terug krijg. Op dit moment is hij 't. Ik noem nog 'n keer zijn naam: Jac Lambrichts. Misschien komt iemand met Google toevallig bij die naam uit en lost mijn raadsel op.

7.7.06

Peter Koelewijn



In de jaren 50 was ik bezeten van de gitaar. Rock 'n Roll was mijn muziek. Gisteravond, na het verjaardagsfeestje van Anne, 18 maart 2007, zag ik op de TV, 'n uitzending die helemaal gewijd was aan Peter Koelewijn. Die uitzending bracht me terug naar mijn jeugd. Tijdens kermissen struinde ik de cafés en danszalen af om in orkesten plaats te mogen nemen om wat Rock 'n Roll te laten horen. Op mijn repertoire had ik ook Marijke van Peter Koelewijn. Ergens op mijn externe harde schijf staat dat eigenlijk liedje. Echt onnozel! Maar toen zat 't voortdurend in mijn kop.


Oh Marijke, ik ben zo alleen
Oh Marijke, waarom ging je heen
En ik dacht dat jij het goed meende met mij
Oh Marijke en in mijn dromen
Zie ik jou weer bij me komen
Oh Marijke en ik ben zo alleen

Yeah yeah yeah, waarom ben je van mij weggegaan
Waarom heb je mij dit aangedaan?
Oh Marijke, ik hou van jou
Oh Marijke, en ik blijf je trouw
Oh Marijke, kom weer gauw bij mij

Hennie en Har begin 60.

Wat een zorgeloze tijd was 't toen!

Samen bij tante Leonie. Pilsje tijdens Eindse kermis
Har met de eerste electrische gitaar.
Hennie en Mia met vader Verkoyen op de bank.

Pasfoto 1965